Raapstelen stamppot (kelen)

1. Aardappelen koken:
   Schil en snijd de aardappelen in gelijke stukken en kook ze in een grote pan met licht gezouten water tot ze gaar zijn. Giet ze af en laat ze droogstomen.
2. Raapstelen voorbereiden:
   Was de raapstelen grondig en snijd ze in stukken van ongeveer 2-3 centimeter. Snijd zowel de stelen als de blaadjes, alleen de worteltjes weggooien. Gooi alles in een met water gevulde wasbak. 
3. Bak de spekjes (optioneel) en ui:
   Als je spekjes gebruikt, bak deze dan knapperig in een pan. Voeg de fijngehakte ui toe en bak deze mee tot de ui zacht en lichtbruin is. Als je geen spekjes gebruikt, kun je de ui gewoon in een beetje boter bakken. 
4. Stampen en mengen:
   Stamp de gekookte aardappelen fijn en voeg de gewassen raapstelen (even uit laten lekken in een zeef), ui (en spekjes) toe. Voeg de boter en kookroom toe en meng alles goed door elkaar tot je een smeuïge stamppot krijgt. Eventueel nog een eetlepel mayonaise. 
5. Proef en breng op smaak:
   Proef de stamppot en breng op smaak met zout en peper naar wens.
6. Serveren:
   Serveer de raapstelenstamppot warm. Je kunt de stamppot bijvoorbeeld serveren met een lekkere gehaktbal of rookworst.

Dit recept is eenvoudig en heerlijk, waardoor je optimaal van de smaak van raapstelen kunt genieten. Eet smakelijk!